De belangrijkste parameters op een rij die van belang zijn voor de waterbalans
pH-waarde
De pH-waarde geeft de zuurtegraad van het water aan. Dit is een belangrijke graadmeter voor de waterbalans en voor de hoeveelheid desinfectiemiddelen. Hoe lager de pH is, hoe beter het desinfectiemiddel zal werken.
Water met een pH van 7.0 noemen we pH-neutraal. Lager = zuur, hoger = alkalisch. De ideale pH voor een zwembad ligt tussen 7,2 en 7,4 (acceptabel: 6,8 – 7,8).
CI – Chloor
Totaal chloor: geeft aan hoeveel chloor in totaal aanwezig is (actief én niet-actief). Moet tussen 0,5 en 2,5 mg/l liggen.
Vrij chloor: het actieve deel dat zorgt voor desinfectie. Ook tussen 0,5 en 2,5 mg/l.
Gebonden chloor: niet-actief en werkt desinfectie zelfs tegen. Maximaal 0,6 mg/l.
Bepaal de benodigde hoeveelheid chloor op basis van de vrij chloor-waarde en het volume van je zwembad. Raadpleeg altijd het etiket van het product voor de juiste dosering.
TA – Alkaliteit
Een juiste alkaliteit zorgt voor een stabiele pH-waarde. Ideale waarde: 100-150 mg/l. Verhogen kan met TA+, vaak nodig bij elektrolyse- of hydrolysesystemen.
CY – Cyanuurzuur
Beschermt chloor tegen afbraak door zonlicht. Wordt meestal standaard aan chloortabletten toegevoegd. Acceptabele waarde: 20-35 mg/l. Bij overschrijding: water deels verversen.
Ca – Calcium
Geeft de kalkhardheid van het water aan. Te veel calcium = kans op kalkaanslag. Streefwaarde: 100–250 mg/l.
Zacht water: rond 145 mg/l, hard water: 145–270 mg/l.
T – Temperatuur
Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller bacteriën en algen groeien en hoe meer desinfectie nodig is. Ook vergroot dit verdamping en chloorverlies. Kies een temperatuur die het comfort en de waterbalans in evenwicht houdt.
Regelmatige controle
Door regelmatig de waterwaarden te meten, houd je de waterbalans stabiel en het zwembadwater gezond. Hulp of advies nodig? Neem contact met ons op.